woensdag, 27 maart 2013 16:57

PVV vecht besluit aan OM inzake Verdaas

Arnhem, 27 maart 2013
Geen strafrechtelijk onderzoek
naar declaraties ex-gedeputeerde

Het Openbaar Ministerie zal geen strafrechtelijk onderzoek instellen naar het declaratiegedrag van de voormalig gedeputeerde van de provincie Gelderland Verdaas. Tegen Verdaas was aangifte van valsheid in geschrifte en vermoedelijke oplichting gedaan door de fractie van de PVV in Gelderland.

De aangifte van valsheid in geschrifte heeft betrekking op een aantal ingediende reisdeclaraties voor het vervoer tussen Nijmegen en Arnhem,terwijl  feitelijk tussen Zwolle en Arnhem werd gereisd. Hieruit kan weliswaar de verdenking van valsheid in geschrifte ontstaan, maar door deze handelwijze heeft geen verrijking plaats gevonden. Er zijn veel minder kosten gedeclareerd dan wanneer voor de afstand Zwolle - Arnhem 
was gedeclareerd.Twee keer is een declaratie ingediend voor gemaakte kosten, voor een totaalbedrag van 5,04 euro, terwijl met een dienstauto is gereisd. Hierbij kan echter ook sprake zijn van een vergissing. Voor een succesvolle vervolging inzake valsheid in geschrifte moet opzet bewezen kunnen worden. Wel heeft de voormalig gedeputeerde niet zodanig zorgvuldig gehandeld als van hem verwacht mag worden. Hij heeft  hiervoor publiekelijk verantwoording afgelegd en zijn functie als staatssecretaris neergelegd. Gelet op deze omstandigheden is vervolging voor deze, in beginsel strafbare feiten, niet opportuun en vindt het OM  strafrechtelijk onderzoek niet zinvol.

De aangifte van vermoedelijke oplichting heeft betrekking op het feit dat Verdaas volgens de PVV niet voldeed aan de verplichting uit de Provinciewet om in Gelderland te wonen of te verblijven. Volgens de aangifte zou Verdaas, door een belang van 1 % te nemen in een woning in Nijmegen, de provincie hebben bewogen om hem maandelijks salaris te betalen.Over de kwestie van de formele woonplaats van Verdaas is openlijk en uitvoerig gediscussieerd in de Provinciale Staten. Omdat bij het Provinciebestuur bekend was dat Verdaas zowel in Zwolle als in Nijmegen verbleef, kan niet worden gesteld dat Verdaas de opzet heeft gehad om het Provinciebestuur op te lichten. Ook dit onderdeel van de aangifte rechtvaardigt niet dat er een strafrechtelijk onderzoek wordt ingesteld.

De aangever kan door middel van een zogenoemde artikel 12-procedure bij het Gerechtshof bezwaar maken tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie.

Reactie op persbericht OM

Of er nu wel of geen verrijking heeft plaatsgevonden is niet relevant. Artikel 225 Wetboek van Strafrecht zegt immers:

Eerste lid: Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Tweede lid: Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van het valse of vervalste geschrift als ware het echt en onvervalst dan wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert of voorhanden heeft, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.

Zoals iedereen kan zien maakt ‘verrijking’ geen onderdeel uit van dit artikel.

De door hem ingediende declaraties dienen dan ook in samenhang te worden gezien met het feit dat Verdaas sinds 1 april 2008 volgens de Provinciewet feitelijk in de provincie Gelderland had dienen te wonen op straffe van ontslag per direct na die datum, aldus de Provinciewet.

Hij heeft echter voor een constructie gekozen waarin hij een ieder heeft doen laten geloven dat zijn woonadres in Nijmegen was en dat hij daar ook feitelijk woonde. Kennelijk om die reden heeft hij ook zo af en toe gedeclareerd als zijnde dat hij vanuit Nijmegen had gereisd naar het provinciehuis te Arnhem, terwijl dat ook in die gevallen niet juist bleek te zijn aldus zijn eigen verklaring.
Hierdoor heeft hij zich volgens de PVV Gelderland vermoedelijk schuldig gemaakt aan oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht). Dat artikel luidt samengevat:

Hij die, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Door het creëren van een rookgordijn (1% constructie eigenaar woning/appartement te Nijmegen en het indienen van declaraties waaruit zou moeten blijken dat hij met eigen auto van Nijmegen naar Arnhem vice versa reisde en dit tevens zou aantonen dat hij in Nijmegen zou wonen), blijft de PVV Gelderland van mening dat de heer Verdaas zich vermoedelijk heeft schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting. Te meer daar hij een gegronde reden had voor deze handelwijze, omdat hij anders wettelijk verplicht was zijn functie als gedeputeerde van Gelderland neer te leggen. Het door hem opgeworpen ‘rookgordijn’ kan dan ook gezien worden als een ‘listige kunstgreep’ of als ‘een samenweefsel van verdichtsels’ op grond waarvan de provincie Gelderland is overgegaan tot uitbetaling van zijn salaris gedurende jaren. Het schadebedrag bedraagt hierdoor  vermoedelijk tussen de 400.000 en 500.000 euro.

Het OM zegt nu dat over de kwestie van de formele woonplaats van Verdaas openlijk en uitvoerig is gediscussieerd in Provinciale Staten. Omdat bij het Provinciebestuur bekend was dat Verdaas zowel in Zwolle als in Nijmegen verbleef, kan niet worden gesteld dat Verdaas de opzet heeft gehad om het Provinciebestuur op te lichten.

Deze uitleg van het OM is opmerkelijk nu tijdens de behan-deling van de zaak Verdaas in Provinciale Staten op woensdag 19 december 2012 bleek dat bijna alle fracties er vanuit gingen dat de heer Verdaas zijn formele woonplaats in Nijmegen had. Het GBA was dan ook volgens hen leidend. Dit terwijl is aangetoond en ook door de heer Verdaas min of meer is bevestigd, dat hij zijn woonplaats in Zwolle had.

De vraag die gesteld en ook onderzocht dient te worden is in hoeverre Gedeputeerde Staten, hun gedeputeerde Verdaas gelegenheid heeft gegeven om op onrechtmatige wijze vanaf 1 april 2008 zijn salaris te kunnen ontvangen. Is GS dan medepleger c.q. uitlokker in deze zaak? Gelet op de reactie van het OM vraagt de PVV Gelderland zich dit dan ook af.

Verder was Provinciale Staten bij meerderheid in de overtuiging dat Verdaas zijn woonplaats binnen Gelderland had. Om die reden is Provinciale Staten van Gelderland dan ook door het handelen van Verdaas misleid en heeft zij nooit ingegrepen of kunnen ingrijpen omdat een meerderheid daartoe in PS ontbrak. Juist het OM heeft nu een taak in deze om onafhankelijk onderzoek te verrichten.Zelfs dat laatste weigert zei. Haar standpunt wordt louter ingenomen op grond van aannames zonder eerst een gedegen onderzoek te verrichten.

De PVV Gelderland zal dan ook op grond van het vorenstaande een artikel 12-procedure bij het Gerechtshof aanhangig maken.

3743 keer gelezen